Bijzondere Granen

Verslag discussie met Louis Dolmans van Doornikse Akkers, Theo Bastiaens van Stichting Behoud Oude Graanrassen en Jürgen Holzapfel en Ieke Dekker van Hof Ulenkrug | 4 maart 2017 Reclaim the Seeds


Louis Dolmans, Doornikse Akkers te Lent, Noord-Nijmegen.
Louis Dolmans, op het Limburgse platteland opgegroeid, hield altijd al veel van akkervogels. In 2007 schreef hij de provincie aan toen hij hoorde dat Park Lingezegen tussen Nijmegen en Arnhem ontwikkeld zou worden: "Geef mij grond, want ik wil op een milieuvriendelijke manier verschillende oude graanrassen telen om de akkervogels weer terug te krijgen." Hij vroeg 7 hectare, kreeg 17 hectare en daarna nog eens 15 hectare erbij. Dat wordt waarschijnlijk erfpacht voor 30 jaar. Hij heeft inmiddels ook een uiterwaard langs de Waal in beheer om de weidevogels weer terug te krijgen. In totaal heeft hij nu zo'n 90 hectare in beheer.

Hij houdt nu evenveel van oude graanrassen (de kleur, de vorm etc.) als van akkervogels, Hij investeert elk jaar 30.000 euro (o.a. voor de loonwerker die de granen zaait en oogst) maar wil er niet op toeleggen dus hij verkocht steeds meel aan een goed betalende Duitse bakker. Die is inmiddels overgenomen door een keten, waar Dolmans niet zo happy mee is, maar hij heeft een enthousiaste bakker in Arnhem gevonden, Ton van Otterloo. Hij verkoopt ook aan de Veldkeuken in Amelisweerd.

Elke woensdagavond maakt hij rondwandelingen over zijn akkers met bezoekers. Hij bereidt nooit iets voor want er is altijd weer wat nieuws te zien, bijvoorbeeld nieuwe plantjes in de akkerranden. Of een bezoeker komt met een nieuw verhaal. Hij gaat nu ook zelf malen en meel verkopen aan de bezoekers. Steeds meer mensen moeten weer zelf gaan bakken want het brood is dan zoveel lekkerder. Hij doet experimenten voor het Louis Bolk Instituut (wetenschappelijk instituut voor de biologische landbouw), zo neemt hij nu deel aan een wereldwijd experiment met eenkoorn. Hij heeft nu 20 soorten graan gezaaid op een halve hectare, 13 soorten eenkoorn, 13 emmer, 13 rivet (Frans graan). Die gewassen worden o.a. onderzocht op voedingswaarde, diversiteit, bakkwaliteit, opbrengst. Louis doet ook mee aan smaaktests en beoordeelt dan graan op geur, smaak en 'mondgevoel'.

Tegenwoordig worden wereldwijd slechts 5 rassen geteeld, dat is gevaarlijk, als er iets gebeurt heb je niets om op terug te vallen. Als je veel verschillende rassen teelt verspreiden ziektes zich niet.

Theo Bastiaens, Stichting Behoud van Oudse Graanrassen.
Ook Limburger. Theo is altijd (parttime) boer geweest en fokt nog steeds paarden, wat koeien en andere dieren. Maar hij heeft een zwak voor oude granen. Hij is nu met pensioen. Hij teelt zo'n 100 soorten (waarvan 29 tarwe, 41 gerst) voor de genenbank van de universiteit van Wageningen, Stichting Oerakker, de genenbank in Duitsland, en binnenkort misschien ook voor Sint Petersburg. Alles wat hij teelt gaat met een veiligheidscertificaat terug naar de genenbank. (Daar zitten de zaadjes meestal per 25 stuks in zakjes. Louis Dolmans vertelde dat hij eens 10 van de 25 zeldzame zaadjes van de Limburgse Riswijt van Theo aftroggelde. Midden op het land gezet, want mussen blijven liefst dicht bij de heg. Netje erover. Twee van de 10 deden het. En dan kun je verder experimenteren. Chris Kik, hoofd van de genenbank Wageningen, gaat regelmatig naar Oost-Europa om daar oude graanrassen te zoeken en zijn genenbank aan te vullen.

Sinds 2015 hebben we de Erfgoedwet. Granen in de genenbank vallen daar ook onder, die staan op de erfgoedlijst. Theo is bezorgd:

- 1. Over de meer gangbare soorten graan die door biologische telers worden gekweekt en geleverd aan bakkers of worden gebruikt als veevoer. Is het wel vrij van microtoxines, o.a. aflatoxine? (Een schimmel die kan optreden als het graan niet goed bewaard wordt, namelijk met minder dan 15% vochtigheid, en als het niet goed doorgelucht wordt.). De NVWA (Voedsel- en Warenautoriteit) kan onderzoek doen maar dat kost 450 euro per steekproef, dus dat doen kleine telers niet zo gauw. Oude graanrassen hebben nog oude resistentie tegen die toxines.

- 2. over de opbrengst van het graan, want die staat niet in verhouding tot het werk. In 1950 ging 50% van de opbrengst in Duitsland naar de boer, nu nog maar 17%, en nu is het in Nederland nog maar 12%. Het kost het nodige om oude granen (altijd kleinere hoeveelheden) te be- en verwerken. Dan kun je niet op tegen bijv. spelt uit Oekraïne voor 24 cent per kilo.

Vraag uit het publiek: kan een boer hier de kost mee verdienen? Dolmans, ja, als je natuurgrond kunt pachten. (Gewone landbouwgrond is gauw 750 à 1000 euro per jaar.) Dan gebruik je graan als wisselteelt voor de vruchtbaarheid, die je afwisselt met beter opbrengende teelten.

Jürgen Holzapfel en Ieke Dekker, Hof Ulenkrug in Mecklenburg (onderdeel van de Longo Maï coöperaties (zie https://www.prolongomai.ch/die-kooperativen/deutschland/)
Longo Maï is 42 jaar geleden gestart als woon/werk groep op verlaten grond in Zuid-Frankrijk, nu zijn er 10 van zulke boerderijen verspreid over Europa, en een in Costa Rica.
Jürgen en Ieke vertrokken 20 jaar geleden naar Mecklenburg (Oost Duitsland) waar ze midden tussen de industriële landbouw terecht kwamen. Ze probeerden 10 tarwesoorten te telen maar dat lukte niet zonder kunstmest. De enige oplossing was: terug naar oude rassen. Maar van genenbanken krijg je slechts 20 gram, dus dan duurt het een tijd voor je productief kunt zijn, daar doe je gauw 10-20 jaar over.

Duitsland heeft de grootste genenbank van Europa, in het voormalige Oost-Duitsland. Hun opdracht is niet 'eigen oude rassen bewaren', maar 'leveren aan zaaigoed-bedrijven'. De teelt van hybride rassen wordt door de overheid gestimuleerd onder het mom ven 'de wereld voeden'. Hetzelfde geldt voor gentech. De genenbank kreeg de opdracht het genen-patroon van graan bloot te leggen, maar dat is 5x zo omvangrijk als het genoom van mensen. Het is dan ook nog niet gelukt. In 2006/7 begonnen ze in de genenbank met gentech. Veel mensen waren bezorgd voor besmetting want graan vermeerdert zich via kruisbestuiving, je hebt al gauw 10% vermenging tussen rassen onderling. Zouden de oude rassen die er lagen wel gevrijwaard kunnen worden van GMOs? Jürgen en Ieke en anderen van het Weizen-Notkomitee, (Weizen = tarwe) hebben toen geëist dat ze hen een deel van de oude voorraad zouden geven. Het was ook een politieke actie: wat is eigenlijk de taak van de genenbank?

Ze hebben toen, 10 jaar geleden, 750 soorten gekregen, en nog meer van Duitse botanici, totaal over de 1000 soorten, in zakjes van 20 graankorrels. 250 mensen meldden zich om ze in stand te houden. Ze werden 'peetouders' per soort en beloofden om de soorten per 4 à 5 jaar te telen om ze 'levend' te houden, en ze tussendoor goed te bewaren.
Van 60 mensen (300 soorten) hebben ze nooit meer iets gehoord. 99 soorten zijn teruggegeven aan de landen van oorsprong, bijvoorbeeld 40 naar Ethiopië. 90 soorten zijn 'kapot'.

Nu willen ze de balans opmaken van de resterende 750 soorten. Ze verbouwen zelf zo'n 70 soorten per jaar, maar hebben in het veld nogal last van mussen, en vooral van muizen. Van de oogst bakken ze bakken hun eigen brood dat verkocht wordt. Er zijn ook goede vermeerderaars, daarvan zijn er 5 die op grotere schaal tarwezaden vermeerderen.

Vragen die er tevoren al lagen:

Is er een afzetmarkt voor oude graansoorten? (zie boven in de tekst - lastig.)

Het probleem van het Weizen-Notkomitee: wat te doen? Daar hadden we nog maar weinig tijd voor, (met excuses van de voorzitter). Het is een probleem waar ook anderen mee zitten.

Greet Goverde had ook zakjes Zeeuwse Vlegel 'pareltarwe' (eerder genoemd 'snelkooktarwe', maar dat klink misschien te industrieel) die prima te gebruiken is als een soort rijst, heel lekker. Kan via www.uniqlekker.nl besteld worden.

Twee websites waar meer is te vinden over het behouden en gentechvrij houden van granen en andere gewassen:
- Save our Seeds
- Kampagne für Saatgut Souveränität (actuele informatie vooral in het Duits)

-- Klik hier om terug te gaan naar het verslagenoverzicht --